Dubbelevenredige of dubbelproportionele zetelverdeling, of kortweg dubbelevenredig of dubbelproportioneel, is een toewijzingsmethode die zetels tegelijkertijd evenredig verdeelt over politieke partijen als over kiesdistricten. De rekenmethode is bedacht door de Duitse wiskundige Friedrich Pukelsheim en wordt met name toegepast in Zwitserse kantons.[1]
Het principe van dubbelevenredigheid houdt in dat zowel partijpolitieke evenredigheid als regionale evenredigheid gegarandeerd wordt, zonder dat er vereffeningszetels nodig zijn. Dit wordt bereikt door (op basis van het aantal stemmen) eerst het aantal zetels per partij vast te stellen, gevolgd door de grootte van de kiesdistricten. Vervolgens worden de zetels per partij verdeeld over de kiesdistricten. Als laatste worden er correcties toegepast om optimale evenredigheid op beide niveaus te bereiken.[2][3]
Een dubbelevenredige zetelverdeling voorkomt het ontstaan van overhangmandaten omdat de algehele verkiezingsuitslag altijd leidend blijft. Daarnaast is het niet nodig om vereffeningszetels te reserveren aangezien alle zetels als directe districtszetels beschouwd kunnen worden.
Stap 1 | Stap 2 | Stap 3 | Stap 4 | |
---|---|---|---|---|
Dubbelevenredige zetelverdeling | Algehele zetelverdeling per partij bepalen | Zetelgrootte van de kiesdistricten bepalen | Partijzetels verdelen over de kiesdistricten | Correcties toepassen om evenredigheid op partij- en districtsniveau te bereiken |
Vereffeningszetels | Zetelgrootte van de kiesdistricten bepalen | Directe districtszetels toekennen binnen kiesdistricten | Algehele zetelverdeling per partij bepalen | Vereffeningszetels toewijzen aan partijen en evt. kiesdistricten |